Glera
Glera is sinds enkele jaren de officiële naam voor prosecco. De naamswijziging van deze witte druif kent een lange voorgeschiedenis, maar heeft vooral tot doel om misbruiken en verwarring te voorkomen. De benaming ‘prosecco’ mag enkel nog binnen appellaties in Veneto en Friuli gebruikt worden, en bestaat niet langer als druif.
Er zijn twee hypotheses die de oorsprong van deze druif verklaren. De eerste en meest waarschijnlijke verklaring is dat de druif afkomstig is van de gelijknamige gemeente Prosecco die in Friuli, vlakbij de Sloveense grens gelegen is (de druif heet er nu Glera). Anderen beweren dan weer dat de druif afkomstig is uit de provincie Padua waar de druif Serprino heet.
In ieder geval werd de druif al in het begin van 19de eeuw massaal aangeplant in de provincies Treviso en Padua die net boven Venetië gelegen zijn. Van oudsher werden hier mousserende wijnen van gemaakt die dan in eet- en drankgelegenheden in en rond Venetië verkocht werden. Het is ook in deze provincies dat de bijna hele huidige productie geproduceerd word. De 3 belangrijkste productiezones zijn; Valdobbiadene en Conegliano in Treviso en de colli Euganei in de provincie Padua. De beste zone is die van Valdobbiadene.
De Prosecco-druif is ideaal voor het maken van mousserende wijnen omdat zijn structuur licht is, hij niet veel suikers bevat, een hoge aciditeit heeft en frisse aroma’s die goed harmoniëren met de gistaroma’s die ontstaan bij de 2de fermentatie.
Het is een laatrijpe druif die pas zijn volledige rijpheid bereikt tussen midden en eind oktober. In vroegere tijden betekende dit een trage winterfermentatie waarbij een natuurlijke sprankeling werd bekomen en dikwijls ook restsuikers. Het was pas in de late 19de eeuw dat men dezelfde vinificatiemethode als in champagne ging toepassen.
De meeste prosseco’s zijn droog (brut) of extra dry en worden gemaakt volgens de charmatmethode.
Gebruik:
Soort:
Herkomst:
Synoniemen: